Hoe overleef je een nazi-concentratiekamp?

Door op God te vertrouwen, door in het socialisme te geloven of door tekeningen te maken op vodjes papier. Hetty Voûte en Gisela Söhnlein zongen zich erdoorheen .

HET ZIJN NU dames van ver in de zeventig, maar hun meisjesachtige vrolijkheid is nog altijd aanstekelijk. Ze zijn ook niet te beroerd de liedjes die ze in Vught en Ravensbrück hebben gemaakt nog eens te zingen of een aanleiding te zoeken er nog een coupletje bij te maken. Hetty Voûte en Gisela Söhnlein waren in 1940 nette studentes. Zoals het hoorde waren ze lid van keurige vrouwelijke studentenverenigingen in Utrecht en Amsterdam. Ze waren allebei van goede familie en wilden in de eerste plaats van het leven genieten. En dat deden ze ook wel degelijk, maar dan dwars door verzetswerk, gevangenschap en concentratiekamp heen. Want de Duitsers kwamen en maakten dat genieten moeilijker.

Max Arian

1 mei 1996 – verschenen in nr. 18

Hetty Voûte ging bijna onmiddellijk verzetswerk doen. Ze bracht het illegale krantje rond dat twee van haar broers maakten, ze pleegde op haar manier sabotage (‘Heel flauw, fietsbanden van NSB’ers doorsnijden en kraaienpoten op de weg strooien’) en spioneerde zelfs voor de Engelsen: ‘Als studente biologie kreeg ik een vergunning om aan de kust fischereiwichtig onderzoek te doen. Aan een jongen die een radio had, gaf ik door waar een nieuw stuk luchtafweergeschut zat. Maar dat was allemaal amateuristische onzin.

Toen in 1942 de razzia’s tegen joodse mensen begonnen, wilde ik …

Lees verder: https://www.groene.nl/artikel/ravensbruck-op-rijm