
Als vrouw heb ik gevochten voor de vrijheid van Nederland én van de vrouw
– verzetsvrouw
In de jaren 30 en 40 werd de vrouw nog gezien als het “zwakke” geslacht door mannen en de maatschappij, maar ook zeiden vrouwen dit ook vooral over zichzelf in letterlijke en overdrachtelijke zin. Ze werd onmondig gevonden, die bescherming behoefde zodra zij zich begaf buiten de beschuttende kring van het gezin. Voor iedere vrouw, dom of intelligent, onbeduidend of begaafd, arm of rijk, werd het huwelijk de enige eerbare broodwinning en levensbestemming geacht… Wee de vrouw uit ‘betere’ kringen, die zonder manlijke bescherming in het leven stond en haar eigen kost verdiende. Nederland was voor de Tweede Wereld oorlog een verre van modern land… Het leven van de vrouw speelde zich nagenoeg volledig af in de beperkte kring van gezin en zuil. (bron: Kroniek De Jong – Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereld oorlog)
Na de Eerste Wereld oorlog was er al wel een behoorlijke stijging ontstaan van vrouwelijke studentes. In 1913 waren vrouwen nog maar 10% vertegenwoordigd in de gemengde Gymnasia, HBS-en en Lycea in 1920 was dit al gestegen boven de 30%. Meisjes vonden massaal hun weg naar goed onderwijs en toch bleef de heersende gedachte dat vrouwen zwak waren lange tijd nog doorslepen. In de crisisjaren van de jaren 30 verviel Nederland weer in haar oude gedachte patronen. Werkende en betaalde vrouwen werden als een bedreiging gezien van de positie en werkgelegenheid van de mannen. De Nederlandse regering wilde per wet alle betaalde arbeid voor gehuwde vrouwen verbieden, op werk als dienstmeisje na…
Oeps… net als de zpp-ers (vernieuwde arbeid) vandaag de dag nu de vaste banen van de werknemers bedreigen en moeten worden ingeperkt.
Door vrouwen uit zeer uiteenlopende politieke richtingen werd toen een breed protestcomité gevormd: het ‘Comité ter Verdediging van de Vrijheid van Arbeid van de Vrouw’, CWAV. Via het daaruit voortgevloeide vrouwennetwerk werden voor en na mei 1940 belangrijke activiteiten opgezet voor het redden van Nederlandse en niet-Nederlandse joodse kinderen.
Door de verzetsvrouwen in de Tweede Wereld oorlog is er wel nog dankbaar gebruik gemaakt van het idee dat vrouwen dom, naïef en alleen maar met het gezin bezig waren. Zo smokkelde zij in het openbaar Joodse onderduikers, Joodse kinderen met valse identiteitsbewijzen gewoon via het spoor door heel Nederland. Later kwamen daar ook de mannen bij die weigerden te werken in Duitsland en neergehaalde piloten. Verder vervoeren zij voedselbonnen en valse identiteitspapieren, wapens en belangrijke informatie tussen de verzetsgroepen. Vrouwen en jonge meisjes werden ook door de Duitsers met rust gelaten. Pas later in de oorlog werden er vaak mede door Nederlandse infiltranten ook veel vrouwen opgepakt die werkten in het verzet.
In concentratiekamp Vught werden zij gedwongen te werken bij het Philips-Commando waar zij onder andere knijpkatten voor het leger moesten maken of werden te werk gesteld bij de Touwtjes fabrieken. In concentratiekamp Ravensbrück werden vrouwen gedwongen zware stenen en zand te versjouwen en met hun ondervoeding en ziekten bezweken velen door het zware werk. Sommige vrouwen werden naar andere concentratiekampen vervoerd om bijvoorbeeld bij de Telefunken radiobuizen fabrieken of bij het AGFA-Commando in Mücnchen een werkkamp van Dachau gedwongen te werken in de oorlogsindustrie.
Reken maar dat na de oorlog deze vrouwen verandert waren in hun gedachten over het zijn van het “zwakke geslacht”. Zij hadden gestreden voor de vrijheid van Nederland naast de mannen. Zij hadden maanden dagelijks het werk van mannen in de fabrieken gedaan en hadden ervaren dat vrouwen net zo goed als mannen konden werken. Ze hadden ondanks de zware en barre omstandigheden geproefd en geroken wat het is om samen met andere vrouwen te werken; ook al was het noodzakelijk geweest om te overleven.
Deze vrouwen waren uit hun maatschappelijke kooien ontsnapt en zouden zich daar nooit meer in laten dwingen. Het heeft nog even geduurd voordat vrouwen in de maatschappij ook eindelijk stappen konden zetten en er een hervorming is gekomen voor gelijke rechten. Denk aan de Dolle Mina’s pas vanaf 1970 werden zij actief. En de groei van werken buitenshuis door vrouwen startte pas echt vanaf 1980. Toch was er wel degelijk iets verandert. De Tweede Wereld oorlog en met name de verzetsvrouwen werden seksebewust. Lees hier een citaat:
“…Maar het plaatje wordt anders, althans gecompliceerder, als we andere zaken in aanmerking nemen, zoals het verhoogde seksebewustzijn van 1945. Er werden in de eerste jaren na de oorlog door vrouwen diverse politieke bijeenkomsten gehouden over de vraag wat je als vrouw zou moeten stemmen. Verzetsvrouwen uit allerlei stromingen en richtingen repten van een gegroeid maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel en een vergroot zelfvertrouwen. ‘Niet meer zijn wij zwakke vrouwen maar een nieuw en fier geslacht’, luidde het refrein van het Lied der Vrouwen van de in 1946 opgerichte organisatie NVB. Het initiatief tot deze NVB (‘Nederlandse Vrouwenbeweging’) werd met name genomen door overlevenden van het vrouwenkamp Ravensbrück. De organisatie (onderwerp van mijn proefschrift Opoffering en heroïek) ontwikkelde zich al snel tot een overheersend communistische vrouwenvereniging, maar wat er relevant aan is voor de geschiedschrijving van ‘vrouwen en oorlog’ is dat in de NVB, net als in andere vrouweninitiatieven uit de jaren ’44-’48, de overtuiging leefde dat vrouwen diepgaand waren veranderd. Sterker nog: vrouwen meenden dat ze hun waarde nu wel hadden bewezen en verwachtten te worden beloond voor hun inspanningen. ‘We hadden liever gelijke rechten gehad dan standbeelden’, zeiden zij toen zo rond 1950 mannen hun oude posities hadden hernomen en vrouwen als vanouds thuis zaten.”
– Uit: https://psychotraumanet.org/nl/nederlandse-vrouwen-en-de-tweede-wereldoorlog-over-sekse-zorg-en-prestige
Deze verzetsvrouwen én de vrouwen in Nederland, die in de oorlog en hongerwinter hun eigen mannetje hadden moeten staan om te overleven en de confrontatie aan moesten gaan met het leven buitenshuis heeft het bewust zijn van vrouwen een enorme boost gegeven. En de weg naar de vrijheid van de vrouw en sekse gelijkheid in Nederland en de vrouwenemancipatie in het bewustzijn van de vrouw aangewakkerd.
Tot slot nog een keer: ‘Niet meer zijn wij zwakke vrouwen maar een nieuw en fier geslacht’, het refrein van het Lied der Vrouwen van de in 1946